WAT JE IN JE HART BEWAART RAAK JE NOOT MEER KWIJT
Ik leef mijn leven in de overtuiging dat iedereen in wiens leven ik een rol te spelen heb of andersom, mijn pad wel zal kruisen.
Zo wandelde op een zonnige ochtend in maart, mevrouw de Ridder ineens mijn leven binnen. Ik was bij de bakker croissantjes aan het afrekenen toen een lange, slanke dame van in de tachtig, in een fleurige, roze bloemenjurk de bakkerij binnenstapte. Ze vroeg aan mij en aan een andere meneer of wij haar man hadden gezien. Deze was volgens haar “de hort op.” De meneer schudde van nee en draaide zich om maar ik vroeg door en kreeg al gauw in de gaten dat er iets met haar aan de hand was. Ik nam haar mee naar buiten, ze pakte mijn arm en zei: “Weet u waar hij naar toe is? ……. Waar zijn we?! U moet mij helpen!”
Ik vroeg haar waar ze woonde, maar dat kon ze me niet vertellen. Gelukkig had ze een tas bij zich met een ingelijste foto van haar man én een mobieltje waar achterop een nummer op een sticker geschreven stond. Ik belde dit nummer en kreeg haar dochter aan de telefoon en zo kon ik mevrouw de Ridder veilig thuis afzetten.
Een week later was mevrouw de Ridder één van mijn cliënten en wat voor één……
Twee keer per week bezoek ik haar en lunchen we gezellig samen, gaan we wat leuks doen buiten of laat ze me foto’s van vroeger zien. Ik weet nooit van tevoren in welke levensfase ik haar aantref, dementie kan wat dat betreft soms zó fascinerend zijn…….De ene keer is ze de jonge schoonheidsspecialiste die ter plekke een huidanalyse bij mij doet en mij handige make-up tips geeft: “Nee….Kijk! De eyeliner kun je het beste aanbrengen terwijl je je elleboog ondersteunt”.
De andere keer is ze de vrouw van meneer de Ridder en moeder van vijf kinderen die haar man kwijt is: “Weet jij waar mijn man is? Hij had allang thuis moeten zijn.” Voorzichtig vertel ik haar dan dat haar man 7 jaar geleden is overleden waarop ze ontdaan zegt: “Ach jaaaa….De stakker! Het was zó’n lieve man…..Maar waarom vergeet ik dat? Misschien wil ik het gewoon niet weten….”
Soms zijn er van die dagen dat ze beseft dat haar geheugen achteruit gaat, ze kijkt me dan strak aan en zegt: “Kind, ik vergeet veel de laatste tijd, is dat normaal? Zal wel bij mijn leeftijd horen. Ik ben al…….Hoe oud ben ik eigenlijk? Gelukkig ben ik niet dement, dat zou ik verschrikkelijk vinden.” Steevast moet ik haar iedere keer opnieuw vertellen wie ik ben en wat ik kom doen. Met een verbaasd gezicht zegt ze dan: “Ben je hier écht al vaker geweest? Hoe kan ik jou dan vergeten?! Je bent zo’n bijzonder mens!”
Mevrouw de Ridder is zelf een heel bijzonder mens en heeft een warm plekje in mijn hart. Als ik bij haar ben geweest realiseer ik me des te meer dat ik mooi werk doe en dat ik een bevoorrecht mens ben dat ik mensen zoals zij thuis mag begeleiden en ondersteunen.
Susan Blanco - De Taalrecycler